Eerste tiny house van biocomposiet staat in Emmen
Op 20 september is op het terrein van het Hondsrugcollege in Emmen een bijzonder demonstratieproject opgeleverd. Hier openden studenten van het Drenthe College, Hondsrugcollege en NHL Stenden het eerste tiny house dat gebouwd is van 100 procent biocomposiet.
Tiny houses zijn al langer in de belangstelling omdat ze bijdragen aan minder C02 uitstoot. Ze zijn klein en hebben minder bouwmateriaal nodig dan een gewoon huis. Ze bestaan nu nog vaak uit traditionele bouwmaterialen zoals steen, beton en staal; materialen die een negatieve bijdrage leveren aan het tegengaan van de klimaatverandering en de wereldwijde uitstoot van CO2. Steen, beton en staal kosten veel energie om te produceren en het gebruik van hout draagt – met de huidige groei van de wereldbevolking – bij aan de verdere ontbossing van de aarde. Kortom het idee van tiny houses is goed, maar er moet gezocht worden naar alternatieve bouwmaterialen. Het tiny house dat nu in Emmen is gebouwd is daar volgens de betrokken partijen een prachtig voorbeeld van.
Met het project moet nu worden aangetoond dat biocomposieten niet alleen geschikt zijn voor isolatiematerialen, afdekprofielen en platen. Maar ook dat biocomposieten in staat zijn dragende panelen en frame- en skeletbouwconstructies mogelijk te maken die voldoen aan Nederlandse en Duitse bouw- en veiligheidsnormen. De komende tijd wordt het tiny house door lectoren en studenten van NHL Stenden in Emmen uitgebreid getest op technische levensduur en weerbestendigheid.
Vanuit de samenwerking tussen kennisinstellingen NHL Stenden Hogeschool, Drenthe College, het Hondsrugcollege, het Duitse Fiber Institute Bremen en de bedrijven Kuipers & Koersbouw/Bioframe, Millvision, KIEM, Hempflax, FIBY, Domesta en het Duitse Naftex is de afgelopen twee jaar gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe technieken om het tiny house in Emmen te bouwen van biogebaseerde materialen. Onder andere de wandpanelen, dakbedekking en kozijnen zijn hiervoor speciaal in dit project ontwikkeld.
Het project werd uitgevoerd binnen het initiatief Geen PAC en is gerealiseerd in het kader van het inmiddels afgeronde Duits-Nederlandse INTERREG V A-project ‘Bio-economie in de non-foodsector’. Het project werd ondersteund met middelen vanuit de Europese Unie, de deelstaat Niedersachsen, zeven Nederlandse provincies en het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Bron: NHL Stenden Hogeschool.
Meer in Innovatieve Materialen 2019 nummer 5